Van windturbine naar dorpsmolen
“Het voelt niet goed als er ongevraagd 13 windmolens in je achtertuin komen,” constateerde Michael Daamen van Energiek Moerdijk toen hij hoorde dat er een hele reeks windturbines langs de A16 gebouwd zouden worden. Op een foto toont hij het landelijke en vrije uitzicht vanuit zijn achtertuin, tien jaar geleden. “En als je er achter komt dat je gemeente er zelf niet duurzamer van wordt, omdat de stroom ergens anders wordt gebruikt, dan klopt het helemaal niet meer.” ‘En toch moet er wat gebeuren’ was zijn overwegende gedachte. Kan een windmolen een bindmiddel worden in plaats van een splijtzwam zijn, vroeg Daamen zich af.
Voor Moerdijk, dat ingesloten wordt door twee snelwegen, het Hollands Diep en de 4de zeehaven van Nederland, is leefbaarheid belangrijk. De leefbaarheid in de 11 kernen staat onder druk, mensen willen er wel werken, maar niet wonen. Daamen: “We hebben daarom de komst van de windmolens aangegrepen als middel voor de lokale energietransitie en daarmee indirect ook als middel voor het versterken van de leefbaarheid. Dat sloot aan bij de uitgangspunten van Energiek Moerdijk: geen energiecoöperatie, maar een gemeenschapscoöperatie voor het versterken van de leefbaarheid.”
Nieuwe verhoudingen
“Om de windturbines echt een bindmiddel te laten zijn, zijn we op zoek gegaan naar nieuwe verhoudingen tussen inwoners, marktpartijen en overheid. Daarbij gaat het om een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de lokale energietransitie en om het creëren van mede-eigenaarschap voor die transitie. De windmolens worden daarbij benut voor het versnellen en betaalbaar houden van de transitie door de opbrengst zoveel mogelijk gezamenlijk weer lokaal in die transitie te investeren.
Daamen: “De wet- en regelgeving rond energie is in Nederland top-down georganiseerd. Gebaseerd op de gedacht dat elektriciteit centraal geproduceerd en geleverd wordt. Daarnaast is het voor zowel een gemeenschap als voor de overheid lastig om invloed en sturing uit te oefenen op wat er met de opbrengst van privaat eigendom (zoals een grondpositie voor een windmolen) gebeurt. Het was daarvoor dus nodig om een nieuwe verbindingen met elkaar aan te gaan. Dat vraagt om een nieuwe manier van denken en naar de werkelijkheid kijken.”
Marc van de Ven van de Provincie Noord-Brabant: “We hebben daarom als overheid aan de private ontwikkelaars van de windmolens gevraagd om 25% van het eigendom aan de gemeenschap beschikbaar te stellen en om daarmee in plaats van individueel, gezamenlijk te gaan ondernemen. Dat bleek geen probleem te zijn.” En daarmee werden de burgers van Moerdijk mede-eigenaar, een gelijkwaardige partij én kregen ze invloed op wat er met de opbrengst van de windmolen gebeurt.
Ieder zijn eigen agenda
Nu is de gemeenschap van Moerdijk samen met de vier andere gemeenten langs de A16 dus voor 25% eigenaar van de 28 windmolens die daar worden gebouwd. Daamen: “Op deze manier kan de gemeenschap van Moerdijk mee ondernemen. Huurders, woningeigenaren, sportverenigingen, onderwijs, bedrijven, allemaal maken ze deel uit van de gemeenschap en hebben ze hun eigen behoeften en wensen. We zijn nu bezig om die in kaart te brengen. Iedereen kan daarvoor zijn ideeën aandragen. Op deze manier heeft de hele gemeenschap profijt van de windmolens, ook als je geen geld hebt om zelf te investeren. En het goede is: Als iets van jou is, dan heb je er minder last van en draag je er zorg voor. Of anders gezegd: eigen varkens stinken niet.”
Michael Daamen, initiatiefnemer en bestuurslid van Energiek Moerdijk, gaf op woensdag 20 juni een presentatie aan de Borgingscommissie van het Energieakkoord. De lopende afspraken uit het Energieakkoord krijgen een plek in Klimaatakkoord. De Borgingscommissie zorgt voor een goede overgang van het Energieakkoord naar het Klimaatakkoord.