Wiebes maakt organisatie Klimaatakkoord bekend
Minister Wiebes van EZK heeft in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht hoe het Klimaatakkoord verder zal worden uitgevoerd. Naast de uitvoeringsoverleggen per sector is er een centraal ‘Voortgangsoverleg’, dat ook een centraal platform organiseert.
Overleg
Wiebes benadrukt in zijn brief nogmaals dat de politiek verantwoordelijk is voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. Tegelijk wordt het Energieakkoord geïntegreerd in het Klimaatakkoord. De partijen die zich aan de afspraken committeren nemen deel aan uitvoeringsoverleggen voor hun sector, onder verantwoordelijkheid van de vakministers. Sommige zijn al gestart. Zij zijn gericht op de uitvoering van de afspraken, en dus niet op heronderhandeling.
Het Voortgangsoverleg valt onder coördinerend minister Wiebes en zorgt voor ‘de verbinding tussen de uitvoering en de bredere maatschappelijke dialoog over het Klimaatakkoord’. Het zorgt ook voor de samenhang rondom de overlappende thema’s die meer sectoren raken, zoals systeemintegratie of financiering. In het Voortgangsoverleg zitten de voorzitters van de uitvoeringsoverleggen en trekkers van de thema’s.
Platform
Het Voortgangsoverleg organiseert ook een centraal platform, dat is bedoeld om ‘de community van het Klimaatakkoord blijvend aan elkaar te verbinden en een podium te organiseren voor dialoog’. Wiebes wil zo’n platform om samen met partijen na te blijven denken hoe (de invulling van) beleid beter kan en hoe van elkaar te leren.
Dit platform zal onder andere een evenement organiseren op de jaarlijkse Klimaatdag (de vierde donderdag van oktober), en ook kleinere en sectorale evenementen gedurende het jaar. De platformfunctie wordt ondersteund door de SER.
Monitoring
Momenteel wordt in opdracht van het kabinet ook een Voortgangsmonitor Klimaatbeleid ontwikkeld. Die gaat de uitvoering van de afspraken volgen. Deze monitor verschijnt vanaf 2020 bij de jaarlijkse Klimaatnota en kijkt naar de uitvoering, naar veranderingen in de randvoorwaarden of bij doelgroepen en naar de beleidsresultaten. Daarmee ontstaat vroegtijdig zicht op knelpunten. Samen met de inzichten uit de jaarlijkse Klimaat- en Energie Verkenning kan het kabinet het klimaatbeleid tussentijds bijsturen.