Amsterdam naar halvering broeikasgas in 2030
De gemeente Amsterdam is op weg om in 2030 een CO2-emissiereductie van 48% te halen, en met enkele extra maatregelen zelfs 55%. Dat blijkt uit de doorrekening van de maatregelen uit de ‘Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal’, die burgemeester en wethouders vandaag vaststelden.
In de Routekaart staan doelstellingen en maatregelen voor alle relevante sectoren in Amsterdam: de gebouwde omgeving, mobiliteit, elektriciteit en industrie & haven. Enkele voorbeelden:
- Ondersteuning van collectieve inkoop van duurzame energie en een app met een stappenplan voor mensen die willen starten met zonne-energie;
- Nog dit jaar worden 29 bussen uitstootvrij;
- Eind 2020 komt er een milieuzone voor de meest vervuilende diesel personenauto’s bij;
- In 2024 moeten 55.000 woningen en gebouwen aardgasvrij zijn, en in 2030 260.000.
- De Hemwegcentrale wordt tot 2050 stap voor stap omgevormd tot een fossielvrije centrale.
Doorrekening
Amsterdam heeft in detail in kaart gebracht voor hoeveel CO2-uitstoot de stad verantwoordelijk is, en waar die uitstoot vandaan komt. Mede door de sterke groei van de stad liep de uitstoot sinds 1990 op van iets minder dan 4.000 naar ruim 5.500 kiloton CO2 per jaar in 2010. Sindsdien loopt de uitstoot gestaag terug. De meeste uitstoot komt momenteel door elektriciteitsverbruik en aardgas- en warmtegebruik van woningen, kantoren en maatschappelijke gebouwen.
De doorrekening geeft inzicht in de effecten van de voorgenomen acties en maatregelen en zal jaarlijks worden geactualiseerd. Op basis van de uitkomsten kan de gemeente bijsturen met aangepaste of aanvullende maatregelen.
Wethouder Van Doorninck van Duurzaamheid: “Doordat Amsterdam hard groeit, is het extra lastig om minder CO2 uit te stoten. Toch zijn we erin geslaagd om de uitstoot te beperken. Met de hulp van bedrijven en Amsterdammers ligt 55% reductie in 2030 binnen bereik, maar tegelijkertijd moet er wel een hoop gebeuren. We vragen het Rijk om haast te maken met eenvoudige en effectieve subsidieregelingen en wetgeving.”