Onderzoek ziet kansen lagere uitstoot veehouderij
Het programma ‘Integraal Aanpakken’ heeft de eerste resultaten van onderzoek gelanceerd dat is gericht op minder uitstoot van broeikasgassen uit de veehouderij. Er liggen kansen om die uitstoot te verlagen, zo blijkt.
De uitstoot van broeikasgas in de veehouderij komt vooral door methaan (uit dieren of uit mest), een sterk broeikasgas, en ook door CO2 en lachgas. Omgerekend naar het broeikasgas CO2 is de veehouderij verantwoordelijk voor ongeveer 3,9 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar. In het Klimaatakkoord van 2019 staat de afspraak dat de veehouderij de uitstoot in 2030 zal hebben verlaagd naar 2,7 Mton. De hele sector Landbouw en Landgebruik gaat 6 Mton uitstoot reduceren.
Integraal
Het programma ‘Integraal Aanpakken’ presenteert op zijn nieuwe website de resultaten van het onderzoek ‘Veehouderij & Klimaat’, dat in 2018 startte. Op 24 veehouderijbedrijven zijn emissies gemeten, meetsystemen getest en is het effect van maatregelen onderzocht. Het programma is ‘integraal’ omdat het de uitstoot van broeikasgassen, stikstof (ammoniak) en andere stoffen wil verlagen, tegelijk met goede bedrijfsresultaten en een betere omgang met voer, dier, stal en mest. Het programma is een brede samenwerking tussen veehouderij, brancheverenigingen, onderzoekinstituten en overheid.
Resultaten
Het onderzoek ‘Veehouderij & Klimaat’ op 24 bedrijven laat behoorlijke verschillen zien in de uitstoot tussen bedrijven én tussen de dieren. Die verschillen leren lessen over hoe de emissies op een veehouderijbedrijf lager kunnen worden. Er zijn ook al oplossingen toegepast en onderzocht hoe die leiden tot minder emissies. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het voer van dieren te optimaliseren. Veranderingen in de stofwisseling van runderen kunnen zorgen voor minder uitstoot. Centraal bij stal- en mestsystemen staat het voorkomen van ontstaan van methaan en ammoniak. Ook kan methaan worden behandeld of opgevangen en tot biogas worden ‘vergist’.
De komende jaren zal het programma zich richten op ontwikkelen van oplossingen die rijp zijn voor de praktijk en testen met veehouders hoe die passen in ‘integrale’ oplossingen. Het programma loopt tien jaar en wordt uitgevoerd door Wageningen Livestock Research, LTO Noord, ZLTO en LLTB, CLM, Schuttelaar & Partners en het ministerie van LNV.