Opslag energie: technisch veel mogelijk, maar regelgeving is barrière
Alle tafelgasten van de onlinetalkshow over energieopslag zijn het erover eens: er is dringend een vergunningversnelling nodig om efficiënte opslag van energie voor 2030 te kunnen realiseren. Technisch zijn er genoeg veelbelovende oplossingen, maar het duurt vaak jaren voordat er ergens een schop de grond in kan. De huidige regelgeving vertraagt een snelle groei van opslag van duurzame energie.
Na de openingspresentatie wordt de opslag van energie besproken in drie blokken.
- Het eerste blok gaat over batterijopslag.
- Het tweede blok over grootschalige opslag van waterstof.
- Blok drie gaat over opslag van warmte.
Hieronder van elk blok een aparte samenvatting met de linkjes om dat onderdeel terug te kijken
Duurzaam energiesysteem kan niet zonder opslag
Presentatie door Julia Peerenboom van TenneT
Op 1 april 2022 schuiven er 10 gasten aan bij Ed Nijpels, de voorzitter Voortgangsoverleg Klimaatakkoord. Het webinar begint met een presentatie door Julia Peerenboom, die uitlegt dat door de sterke schommelingen in zowel vraag naar als aanbod van duurzame energie, de opslag van die energie erg belangrijk is om het energienetwerk in balans te kunnen houden. TenneT heeft investeringsplannen van 6 miljard euro per jaar om het netwerk te moderniseren en de capaciteit uit te breiden. Eigenlijk moet die nieuwe infrastructuur liefst zo snel mogelijk worden gebouwd en daarvoor zouden vergunningen makkelijker en sneller moeten worden verleend dan nu het geval is. Nijpels wijst erop dat het voornemen om die vergunningverlening te versnellen in het regeerakkoord staat. Een tweede uitdaging voor TenneT is dat momenteel het aanbod van energie (bijvoorbeeld van windparken en zonneweides) eerder in het systeem wordt gezet dan de flexibiliteit die nodig is om aan te kunnen sluiten op de schommelende vraag. Wat betreft die flexibiliteit ondervindt TenneT momenteel veel last van het ‘first come first serve’-principe: degene die het eerst een aanvraag heeft gedaan voor aansluiting op het net, wordt ook als eerste aangesloten. TenneT zou liever meer vrijheid hebben om het aanbod pas aan te sluiten op het moment dat de flexibiliteit met betrekking tot de vraag naar elektriciteit geregeld is.
Hier staat de PDF met de presentatie van Tennet
Kijk hier op YouTube de presentatie terug
Batterijopslag: leren van andere landen
Tafelgasten: Olof van der Gaag (Nederlandse Vereniging Duurzame Energie), Chris Jongsma (onderzoeksbureau CE Delft) en Koen Broess (Energy Storage.nl).
Batterijopslag speelt een essentiële rol in een stabiele duurzame energievoorziening, daarover zijn de tafelgasten het eens. Er zijn ook al veel initiatieven op dit gebied, maar de regelgeving en tijdrovende vergunningprocedures vormen vaak een obstakel. We zouden een voorbeeld moeten nemen aan landen als het VK, de VS, Duitsland en Italië, waar het belastingstelsel geen belemmering vormt voor nieuwe duurzame oplossingen. Het kabinet zou 200 miljoen euro uit moeten trekken om de Nederlandse knelpunten op te lossen.
Kijk hier op YouTube het deel over batterijopslag terug
“De noodzaak van opslag van elektriciteit in batterijen is nu groter dan ooit”, zegt Olof van der Gaag en hij wijst daarbij op de actuele wens om de afhankelijkheid van Russische fossiele bronnen zo snel mogelijk te minimaliseren. Die energiebron zou je het liefst willen vervangen door duurzame bronnen als zon en wind, “maar die doen het niet altijd”, stelt Van der Gaag. “Als we die energie weten vast te houden, heb je geen gas of kolen nodig om die periodes door te komen.” Een tweede belangrijke reden om batterijen toe te passen, is volgens hem dat we tegen de grenzen van het elektriciteitsnet opbotsen. “Door meer te investeren in batterijen kun je ervoor zorgen dat er meer zon- en windprojecten op het elektriciteitsnet terecht kunnen. De versterking van het net duurt al gauw zo’n 10 jaar, terwijl zonneprojecten in 2 à 3 jaar tot stand kunnen komen.”
Voor de burger biedt aanschaf van een batterij volgens Van der Gaag de mogelijkheid om met uiteenlopende stroomtarieven te gaan ‘handelen’. Hij vindt het dringend tijd dat de salderingsregeling – die ervoor zorgt dat burgers met zonnepanelen de overtollige energie tegen een vaste prijs terugleveren aan het net – gaat veranderen, want die geeft mensen geen prikkel om de stroom te gebruiken wanneer de zon schijnt. Op dit moment zijn thuisbatterijen nog vrij prijzig, maar Van der Gaag verwacht dat ze snel goedkoper worden. Onder druk van de stijgende prijzen voor fossiel, verwacht hij dat deze ontwikkeling sterk aan momentum wint: “In 2025 kan dit grootschalig worden toegepast in Nederland.”
CE Delft heeft veel onderzoek gedaan naar het nut van batterijopslag, maar dan vooral gericht op grootschalige toepassingen: “Tientallen zeecontainers met batterijen bij elkaar in de buurt van een zware netaansluiting helpen de netfrequentie constant te houden”, zegt Chris Jongsma van het onderzoeksbureau. “Eén container is goed voor 1000 kWh.” Het systeem heeft zich volgens Jongsma al bewezen, en wordt ook al ingezet. “Maar we hebben het dan over het systeem in balans houden op secondenbasis. Voor flexibiliteit over dagen, weken of het hele jaar is het systeem technisch weliswaar geschikt, maar financieel gezien nog lang niet rendabel.”
Jongsma is geen voorstander van subsidie op thuisbatterijen. Hij denkt dat subsidie efficiënter kan worden besteed door deze voor grote batterijen in te zetten. Een nóg beter financieel instrument is volgens hem een korting op de transporttarieven voor elektriciteit. “Maar dat moet passen binnen de Europese regels. Daarvoor heb je een goede onderbouwing nodig.”
Koen Broess van brancheorganisatie Energy Storage laat weten blij te zijn dat de dubbele energiebelasting nu wordt afgeschaft. “Die maakt de businesscase nu namelijk ongunstig. Een batterij wordt gezien als verbruiker én als opwekker. Er wordt transporttoeslag betaald als de stroom de batterij in gaat en nog een keer als die eruit gaat.” Hij wijst op Duitsland, waar je geen transportkosten hoeft te betalen als je diensten levert aan het net. Specifieke subsidie voor batterijen noemt Broess een lastig verhaal. “Omdat batterijen op meer dan een manier kunnen worden ingezet, is dat lastig in een subsidieregeling te verwerken.”
Waterstof: volume geen probleem, techniek wel
Tafelgasten: Ruud Cino (directie Warmte en Ondergrond ministerie van EZK), Annemiek Asschert (Energie Beheer Nederland) en Bart Kuijlman van Gasunie.
Voor grootschalige opslag van waterstof is eigenlijk alleen de ondergrond geschikt, stellen alle tafelgasten. Er is daarvoor ruimte genoeg in de Nederlandse bodem, maar er zijn nog wel technische beperkingen, met name als het gaat om opslag in lege gasvelden. En er komt ongetwijfeld een verhitte maatschappelijke discussie!
Kijk hier op YouTube het deel over grootschalige waterstofopslag terug
“Natuurlijk ontstaat er debat”, zegt Ruud Cino van de Directie Warmte en Ondergrond van het ministerie van EZK. “Dat is onvermijdelijk. Het draait dan om drie vragen die de burgers zullen stellen: waarom is het nodig, waarom moet het hier en is het wel veilig? Je moet de burgers vanaf het begin meenemen en alle vragen beantwoorden. Daarom is gedegen onderzoek belangrijk. En je moet beloven geen besluit te nemen voordat het in de regio is getoetst.”
Volgens Cino is bewezen dat de opslag van waterstof in zoutcavernes veilig kan. Mogelijk kan het ook veilig in lege gasvelden, maar daarnaar loopt nog onderzoek. Vanwege de verschillende belangen die er spelen in de ondergrond, denk bijvoorbeeld aan drinkwater, is volgens Cino wel belangrijk dat de overheid een sturende rol heeft: “Je hebt de markt nodig om veranderingen in gang te zetten, maar gezien de ruimtelijke component is overheidssturing essentieel.”
Bart Kuijlman, coördinator Waterstof bij Gasunie, maakt zich vooral zorgen om zijn potentiële klanten, de producenten van waterstof. “Waar zitten die klanten? Er moet wel waterstof worden geproduceerd om het in de cavernes te kunnen stoppen. Dat gebeurt nu nog nauwelijks.” Zeker tot 2030 zijn er voldoende zoutcavernes beschikbaar, maar Kuijlman heeft twijfels over de periode erna, “zeker als de productie van groene waterstof ineens een grote vlucht gaat nemen”.
Cavernes die nu nog gevuld zijn met zout moeten eerst worden geleegd en je mag dat zout niet zomaar ergens lozen, maakt Annemiek Asschert, van Energie Beheer Nederland, duidelijk. Ook moet je oog houden voor de bodemstabiliteit. Lege gasvelden lijken dan een aantrekkelijk alternatief, in één gasveld kan namelijk net zoveel waterstof als in 32 zoutcavernes, maar daar spelen andere uitdagingen. Asschert: “De waterstofmolecuul is anders dan de aardgasmolecuul en gedraagt zich dan ook anders. Waterstof kan zich mengen met in de bodem aanwezige gassen, of met water. Of het kan ‘verdwijnen’ in de wanden.” Aangezien de gebruikers zuivere waterstof nodig hebben, kan dat een groot probleem vormen. Er loopt al veel onderzoeken, maar het tempo moet erin blijven om eind van dit decennium met grote proeven te beginnen. “Dat is nodig om na 2030 waterstof grootschalig te kunnen opslaan”, stellen de drie tafelgasten eensgezind.
Warmteopslag: belemmerd door het ‘oude denken’
Tafelgasten: René Geerts (HoCoSto), Robert Jan van Egmond (TKI Urban Energy) en Martijn Aarssen (IF-Technology).
Innovaties op het gebied van warmteopslag zijn er genoeg in Nederland, maar ze lopen tegen verouderde regels aan. “We zitten nog in het ‘oude denken’ vastgeroest”, zegt Robert Jan van Egmond van TKI Urban Energy. Zijn consortium gaat met marktpartijen aan de slag om technische hobbels aan te pakken, maar de echte obstakels liggen bij de wet- en regelgeving, menen de drie tafelgasten.
Kijk hier op YouTube het deel over warmteopslag terug
Gespreksleider Ed Nijpels raakt direct enthousiast van het bevlogen verhaal van René Geerts. Diens bedrijf HoCoSto (Hot Cold Storage) heeft een systeem ontwikkeld waarbij de warmte van zonnecollectoren, aangevuld met restwarmte, in een waterbuffer langdurig wordt opgeslagen. Die warmte kan dan in de winter worden gebruikt om gebouwen of zelfs hele wijken te verwarmen. Het is volgens Geerts een van de meest efficiënte manieren van warmteopslag, maar zijn bedrijf moet zich eerst jarenlang door administratieve rompslomp heenworstelen voordat er een schop de grond in kan. “Dan zitten de ambtenaren te discussiëren of het gaat om een gebouwgebonden systeem of een gebiedsgebonden systeem. Voor allebei gelden aparte regels. De energie wordt op de gebouwen opgewekt, maar in het gebied – een waterbuffer onder het maaiveld – opgeslagen.”
Olof van der Gaag (Nederlandse Vereniging Duurzame Energie) zit bij dit gesprek weliswaar niet aan tafel, maar reageert onmiddellijk: “Dit is een typisch voorbeeld dat duidelijk maakt dat er dringend vergunningsversnelling nodig is!” René Geerts zegt al enorm geholpen te zijn als er bij gemeenten voortaan één loket is waar alles kan worden geregeld.
Ook Martijn Aarssen, adviseur bij ingenieursbureau IF-Technology, loopt aan tegen (het gebrek aan) regels. Hij is nauw betrokken bij ECW (Energie Combinatie Wieringermeer), een gezamenlijk energiebedrijf van tuinders in de Wieringermeer. Er loopt daar een pilot met hogetemperatuuropslag (75 graden). De diepe ondergrond wordt daar zowel gebruikt voor de winning van warmte geothermie) als voor de opslag. Het warmteoverschot dat in de zomer naar boven wordt gehaald, wordt weer teruggepompt in de waterlaag op grote diepte. In de winter wordt die extra warmte dan weer benut. “Deze techniek zou je ook heel goed voor woonwijken kunnen gebruiken”, zegt Aarssen. “Als je ze koppelt aan warmtenetten.” Het gaat nu zoals gezegd nog om een pilot, maar voor een uitrol naar grootschalige toepassingen ontbreekt volgens Aarssen een ‘generiek regelgevend kader’. Die onzekerheid maakt investeerders volgens hem terughoudend. De provincies zouden hierbij hun rol op moeten pakken, maar dat loopt nogal traag.
Robert Jan van Egmond van TKI Urban Energy ziet dat veel veelbelovende initiatieven voor warmteopslag botsen met de huidige regelgeving. “Dat is jammer, want warmteopslag kan een grote rol spelen in de energietransitie. Te veel opgewekte elektriciteit kun je ook relatief gemakkelijk opslaan in de vorm van warmte. Die warmte kan dan vervolgens niet weer terug worden omgezet naar elektriciteit, maar kan wel een enorme demping opleveren op het energienet. Daar profiteert het elektriciteitsdeel uiteindelijk ook van.” TKI Urban Energy start dit jaar ook met een studie waarin het de warmteopslag “helder gaat maken in elektrische termen, zodat de elektrische partijen ook veel beter gaan begrijpen wat warmte kan betekenen”.