Aanzienlijk deel Groeifonds naar klimaatmaatregelen

Een groot deel van de 6,3 miljard euro die het kabinet beschikbaar stelt in de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds is bestemd voor projecten die relevant zijn voor de afspraken in het Klimaatakkoord. Honderden miljoenen gaan naar bijvoorbeeld waterstof, warmtenetten, een toekomstbestendige leefomgeving en de publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs. Het is de bedoeling dat het Groeifonds nog eens wordt verdubbeld met privaat geld.

28 projecten

Gisteren brachten minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en minister Kaag van Financiën de plannen omtrent het Nationaal Groeifonds naar buiten. De projecten die zijn of worden ingediend voor dat Groeifonds moeten de komende jaren een forse bijdrage leveren aan duurzame economische groei en toekomstige welvaart. Het voorstel van de Adviescommissie onder voorzitterschap van Jeroen Dijsselbloem is onverkort overgenomen. Het gaat om 28 projecten, waaraan het kabinet (soms onder voorwaarden) 5 miljard toekent, en nog eens 1,3 miljard euro reserveert. In de eerste ronde was al 4,1 miljard gereserveerd, waarmee de eerste projecten inmiddels van start zijn gegaan. In totaal is er in 2020 20 miljard € beschikbaar gesteld. Er is ook al een derde ronde aangekondigd.

Klimaatprojecten

Een groot deel van de fondsen (€ 4,5 miljard) gaat naar innovatieve projecten, zoals naar enkele projecten die onder andere ook onder het Klimaatakkoord zijn afgesproken. Het gaat om bijvoorbeeld:

  • De realisatie van ten minste 100 megawatt elektrolysevermogen voor de productie van groene waterstof (GroenvermogenII). Daarvan kunnen mogelijk drie of vier demonstratieprojecten worden bekostigd.
  • Aanleggen van 29 warmtenetten voor in totaal 104.000 bestaande woningen.
  • Verduurzamen van de luchtvaartsector via ultra-efficiënte motoren, innovatieve materialen en brandstofcellen.
  •  Verduurzamen van de binnenvaart, zoals via elektrische batterijen in containers en een toegankelijke laadinfrastructuur.
  • Opschalen van samenwerking tussen onderwijs en private partijen in het beroepsonderwijs (hbo en mbo) . Dat moet leiden tot meer vakmensen voor de klimaattransitie.
  • Samenwerking tussen ontwerpers, bouwers en technici, voor bijvoorbeeld duurzame woningbouw, nieuwe renovatietechnieken en biobased bouwen.
  • Groene bedrijventerreinen.
  • Ondersteunen van de ontwikkeling van circulaire plastics.

Daarnaast komen ook projecten voor aanpassing aan een veranderend klimaat in aanmerking voor financiering.

Beeld: Rijksoverheid