Klimaatbeleid: van gevoel van urgentie naar besef van crisis

In 2013 werd het Energieakkoord gesloten, in 2019 het Klimaatakkoord en in juni 2022 zag het klimaatbeleidsprogramma het licht. Hiermee zet minister Jetten van Klimaat en Energie een nieuwe stap richting een klimaatneutraal Nederland. Maar dat is niet genoeg, vinden de sprekers op het webinar ‘Voortbouwen op Klimaatakkoord’. “We hebben een crisisteam nodig”, zegt de een. “Vier op de vijf goed is aardig voor een goed schoolcijfer, maar we hebben tienen nodig,” zegt de ander. Maar crisis of niet, de moed opgeven is geen optie. Dus stond iedereen tijdens het webinar alweer nieuwe plannen te maken.

Kijk of luister (of hier) het webinar terug.

Beeld: ©Klimaatakkoord.nl / Klimaatakkoord.nl

Urgentie

Kimberley Wedage-Mol laat met een indrukwekkende lijst van activiteiten zien hoe urgent haar ministerie van Economische Zaken en Klimaat het probleem vindt. “Urgentie is de kern van het beleidsprogramma,” zegt zij. “Samen met de andere ministeries schroeven we het tempo op. Elke vakminister rapporteert per drie maanden over de voortgang, met behulp van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) houden we die voortgang bij. Er komt een Klimaatraad met een maatschappelijk brede vertegenwoordiging, die jaarlijks een Staat van het Klimaat gaat opmaken, en elke vijf jaar de ontwikkelingen voor de lange termijn bekijkt. De kurk ging er woensdagnacht wel af toen de EU-ministers akkoord gingen met het Fit-for-55-programma.. We staan er niet alleen voor, de rest van de EU doet mee!”

Klimaat krijgt in Nederland een (nog) hogere plaats op de politieke agenda: “We gaan de begrotingscyclus volgen, waardoor ‘klimaat’ ook een onderwerp wordt in de Algemene Beschouwingen na Prinsjesdag.” Ten bewijze van de urgentie: nog vóór het zomerreces van eind volgende week ligt bovenop het beleidsprogramma een stapeltje van 41 Kamerbrieven met voorstellen. Wedage: “Dat hele proces vergt extra mensen voor ons ministerie op dit onderwerp, misschien wel 100 of 150. Maar jonge mensen staan te trappelen.”
 

Systeemverandering

Iedereen herkent dat het beleidsprogramma wel een extra stap in klimaatbeleid betekent. Maar sprekers kunnen haast niet wachten op de volgende actie. Het moet concreter, zeggen ze; de subsidies en de vergunningverlening moeten sneller; er moet meer regie komen, misschien wel een crisisteam. “Ik heb grote waardering voor de inspanningen, het is ongekend,” beaamt Olof van der Gaag, die met zijn NVDE zo’n 6000 duurzame bedrijven in Nederland vertegenwoordigt. “Maar tegelijk: de ministeries hebben wel een bak vol ellende geërfd van hun voorgangers. De politiek heeft te lang het blikje voor zich uit geschopt, het is jarenlang ‘pappen en nathouden’ geweest. De Klimaatbrief is een smakelijke menukaart. Vier op de vijf antwoorden zijn al goed. Daar kreeg je op school een voldoende voor maar nu is het niet genoeg. We hebben tienen nodig. Dus gooi biomassa niet overboord, en zet geen stop op zonnepanelen op land.”

Heleen de Coninck, klimaatwetenschapper en medeauteur van de IPCC-klimaatrapporten heeft wel fundamentele kritiek: “De ambitie straalt ervan af. Maar ik zie te weinig systeemtransformatie. Willen we in 2050 uitkomen op klimaatneutraal, dan moeten nu al meer actie ondernemen. Belangrijk is dat we onszelf de vraag stellen: Wat voor leven willen we? Dat gaat over de structuur van onze maatschappij en is niet alleen te beantwoorden vanuit economie of energie. Die moeten we nu inzetten.”

Gedrag

Ika van de Pas directeur van Milieu Centraal voegt daaraan toe: “Ik mis de gedragscomponent. Wat mij betreft is de energietransitie voor een belangrijk deel: ‘communiceren, communiceren, communiceren!’ Neem de mensen bij de hand, weeg de belangen af, vertel het goede verhaal, ook de onwelgevallige elementen, maar zorg dat de transitie rechtvaardig is, met aandacht voor de zorgen van mensen. Dus als je aankondigt dat de hybride warmtepomp verplicht wordt—best een duidelijk signaal—zorg er dan tegelijk voor dat de mensen de bijbehorende subsidie gemakkelijk kunnen vinden.”
Bart Verheggen, klimaatdeskundige bij RTL Nieuws: “Als je de grote massa wil meenemen dan moet je de maatregelen dicht bij de burger houden, dus invoelbaar. Dat kan elke gedragswetenschapper je vertellen. Dus ja: stel normen en verhoog de prijzen, maar luister wel naar gedragswetenschappers als je wil dat iedereen het ook begrijpt.”
Ook bij PBL denken de rekenmeesters allang niet meer in getallen alleen. Hoofd Klimaat, Lucht en Energie Jaco Stremler: “Het klimaatprobleem is een uniek en complex probleem waarvan we de onderlinge samenhang vaak nog niet zien. De ene maatregel heeft effect op andere maatregelen, en andersom. Een CO2-heffing heeft bijvoorbeeld gevolg voor de energieprijs. Met andere planbureaus zoals CPB en SCP hebben we oog voor het begrip ‘brede welvaart’.”
 

Crisis!

Ook Frans Rooijers, directeur van CE Delft en bedenker van het Klimaatcrisis Beleid Team (naar analogie van het OMT voor corona) wil verder denken dan alleen in CO2-emissiereductie: “Vanuit het systeemdenken is het best merkwaardig dat het kabinet nog steeds een energie-intensieve industrie wil. Het crisisbesef is gewoon nog onvoldoende. Het is crisis! De crisis met Russische aardgas wordt onvoldoende gekoppeld aan de klimaatcrisis. Door de hoge aardgasprijs is de CO2-uitstoot met 11% afgenomen. Ik zeg: houden zo! Hou de prijzen hoog, compenseer de burgers en de bedrijven die het nodig hebben, want dit is een gouden kans. Duurzame energie is nu goedkoper dan fossiele energie. De Klimaatraad is best een goed idee, maar in de vorm waarin het nu wordt voorgesteld is het slechts een extra adviesraad. Daarvan hebben we er genoeg. De Klimaatraad moet veel meer verbonden zijn met de dagelijkse praktijk, via goede netwerken in de maatschappij.”

Onderling vertrouwen

Manon Bloemer, directeur van de Vereniging voor Nederlandse Chemische Industrie, wil zelfs een crisisteam, die de energietransitie écht op snelheid brengt. “Er komen maatwerkafspraken met de tien of twintig grootste bedrijven. Wij willen wel. De overheid vertrouwt op de industrie, maar dan moeten wij ook kunnen vertrouwen op de overheid. Daar is leiderschap voor nodig, misschien een crisisteam. Zorg dat het Klimaatfonds snel beschikbaar komt. Zorg ook voor de infrastructuur, de leidingnetwerken voor stroom, CO2 en waterstof. Er is veel extra duurzame energie nodig, en het vermogen van electrolysers voor waterstof moet naar een duizendvoud! Dat kan snel, maar dat kan niet alleen van ons komen.”

Ook Adri Bom, directeur Glastuinbouw Nederland, zoekt naar mogelijkheden om het tempo te verhogen. “Veel glastuinders hebben zelf al geïnvesteerd, zijn al van het gas af, maken gebruik van restwarmte of aardwarmte. Maar nieuwe putten stuiten op vergunningprocedures. Ander voorbeeld: door de structuur van subsidies lijken glastuinders hun warmtekrachtinstallaties weer aan te moeten zetten. Verander die subsidie! Ik ben fan van de overheid, maar onze wensen landen niet. Er is zelfs een motie door de Tweede Kamer aangenomen, maar daarover heb ik niks meer gehoord. Laten we alsjeblieft eens samen aan tafel, met alle ministeries, en ook de banken erbij. Crisismanagement dus. Alleen als we de krachten bundelen, krijgen we het tempo op orde.”