Waarom laten we niet gewoon meer treinen rijden?
Het kabinet investeert nu al fors in het verder verbeteren van het spoornet in Nederland: tot 2030 wordt nog zo’n 10 miljard euro geïnvesteerd. De verwachting is daarmee dat het gebruik van OV richting 2030 stijgt met enkele tientallen procenten. Juist in de stedelijke gebieden en op nu al drukke lijnen zal er nog meer met het OV gereisd worden.
Met Contouren Toekomstbeeld OV 2040 kijken overheden en de sector vooruit naar 2040. Dan moeten reizigers snel en vaak kunnen reizen in stedelijk gebied. Verder komen er meer goede verbindingen tussen verschillende delen van het land en met landen om ons heen. Maar het groeiende personen- als goederenvervoer loopt wel tegen grenzen aan. Daarom zoekt het kabinet samen met bedrijven in de sector Mobiliteit uit wat nodig is om het spoorwegnet zo efficiënt mogelijk te maken.
Naast investeren in meer en beter spoor en in meer treinen, zet het kabinet zich ook in om de bestaande treinen beter te benutten. Vooral in de spits is sprake van (over)volle voertuigen. Diverse pilots en projecten hebben de afgelopen jaren laten zien dat een kleine verschuiving van het aantal reizigers al de grootste druk kan wegnemen. In het Klimaatakkoord zijn daarom verschillende acties afgesproken om reizigers te helpen of te verleiden om vaker het aller drukste moment van de spits te mijden: bijvoorbeeld via spreiding van lestijden, flexibelere werktijden en goedkopere treinkaartjes op niet drukke tijden. Ook wordt gekeken naar de inrichting van de trein zelf.