Handreiking participatie in duurzame-energieprojecten
Door de energietransitie zal het Nederlandse landschap er de komende jaren anders uit gaan zien. Met de komst van lokale, schone energiebronnen als zon en wind wordt onze Nederlandse energievoorziening steeds zichtbaarder, ook in de fysieke omgeving. Draagvlak en acceptatie onder omwonenden en andere burgers en bedrijven uit de omgeving van projecten zijn daarbij van cruciaal belang. In het Klimaatakkoord is daarom afgesproken in te zetten op een grotere mate van participatie van de lokale omgeving bij duurzame energie.
De pagina waar je je nu bevindt, dient als een portal naar alle informatie over participatie bij duurzame energieprojecten op land. Je vindt hier algemene informatie over het traject dat deze energieprojecten doorlopen en hoe burgerparticipatie daarin kan worden ingepast. Ook is er meer gedetailleerde informatie vindbaar over het inbedden van participatie gedurende de beleidsfase in aanloop naar een energieproject en over de verschillende vormen van projectparticipatie zodra het project vorm begint te krijgen.
Burgerparticipatie bij energieprojecten: hoe werkt het?
Elk energieproject doorloopt in grote lijnen hetzelfde proces, of het nu de ontwikkeling van een windpark is, de plaatsing van zonnepanelen of het verkennen van een geschikte locatie voor geothermie. Onderstaand stroomschema geeft dit proces met de verschillende fases en verschillende vormen van betrokkenheid van stakeholders weer:
Beleidsmakers die aan de slag gaan met de inpassing van duurzame energie in de regio, doen er verstandig aan om de omgeving in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Het is te kort door de bocht om te stellen dat participatie de heilige graal is voor draagvlak, maar het vergroot doorgaans wel de kwaliteit van de besluitvorming en de acceptatie, mits de omgeving tijdig en effectief wordt aangehaakt. Want ook voor de energietransitie geldt: alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder. Daarnaast zijn regionale overheden ook gehouden aan landelijke en wettelijke afspraken over participatie, zoals onder andere vastgelegd in het Klimaatakkoord en de Omgevingswet.
Welke vorm van participatie verplicht, mogelijk en wenselijk is, verschilt voor de verschillende fases van een duurzaam energieproject. In de beleidsvormende fase is er nog geen concreet project in de planning, maar wordt onderzocht waar er duurzame energieprojecten kunnen worden gestart en wat voor invulling deze het beste kunnen krijgen. In deze fase is de lokale overheid verantwoordelijk voor het organiseren van participatie. Zodra duidelijk wordt welk project ergens concreet vorm gaat krijgen, verschuift die verantwoordelijkheid grotendeels naar de initiatiefnemers van een project en spreken we over projectparticipatie.
Participatie in beleidsfase
Het is raadzaam om direct aan het begin van de beleidsvormende fase in kaart te brengen welke participatie wanneer in gang moet worden gezet. Daarbij is het belangrijk om rekening te houden met landelijk of ander beleid dat van invloed is op zowel de mogelijkheden voor een energieproject als op de mogelijkheden voor participatie. Denk bijvoorbeeld aan de afspraken uit het Klimaatakkoord en de Regionale Energiestrategieën (RES’en), de wettelijke kaders uit de Omgevingswet of de gekozen richting uit de verschillende omgevingsvisies (NOVI, POVI, GOVI). Het Klimaatakkoord en de RES’en beschrijven de bredere klimaatdoelen die aanleiding vormen voor projecten en geeft richting aan de gewenste vormen van participatie. De omgevingswet en omgevingsvisies geven wetten, regels en kaders mee voor participatie en de ruimtelijke inpassing van projecten.
Participatie in de beleidsvormende fase is gericht op het betrekken van de omgeving bij het beleidsvormende proces. Dit gebeurt o.a. door het organiseren van inspraak tijdens het vormen van beleid, zoals het vaststellen van duurzame ambities voor de regio en het aanwijzen van zoekgebieden waar opwek gaat plaatsvinden. Er zijn meerdere documenten en informatiebronnen die houvast kunnen geven bij het inrichten van dit proces. Meer toelichting daarop en links naar de documenten zijn te vinden onder Participatie onder beleid.
Projectparticipatie
Zodra er een concreet energieproject in beeld komt, bijvoorbeeld een windpark, verschuift de verantwoordelijkheid geleidelijk grotendeels van de lokale overheid naar de initiatiefnemer van dat project. Vanaf dat moment spreken we over projectparticipatie en is de initiatiefnemer aan zet voor zowel participatie bij het verdere proces, alsook voor het vormgeven van opties voor bijvoorbeeld ontwerpparticipatie of financiële participatie. Het bevoegd gezag controleert dat initiatiefnemers en omgeving hierover het gesprek aangaan en aan de voorwaarden voor participatie wordt voldaan. Het bevoegd gezag kan bovendien ook nadere eisen stellen.
De participatie bij het verdere proces bestaat uit o.a. het actief informeren van stakeholders en burgers en het ophalen van input over het project, bijvoorbeeld via inspraakavonden of het inrichten van klankbordgroepen. Financiële participatie biedt burgers de mogelijkheid om ook financieel deel te nemen aan het project, of op een andere manier profijt te hebben van een tegemoetkoming. Dit kan bijvoorbeeld via financiële obligaties, eigendomsparticipatie, een omgevingsfonds of een combinatie hiervan.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er sprake moet zijn van “een evenwichtige eigendomsverdeling in een gebied waarbij gestreefd wordt naar 50 % eigendom van de productie van de lokale omgeving (burgers en bedrijven). Investeren in een zon- en/of windproject is ondernemerschap. Dat vergt ook mee-investeren en risico lopen. Het streven voor de eigendomsverhouding is een algemeen streven voor 2030. Er is lokaal ruimte om hier vanwege lokale projectgerelateerde redenen van af te wijken.”
Ook voor projectparticipatie zijn meerdere documenten en informatiebronnen die houvast kunnen bieden. Meer toelichting daarop en links naar de documenten zijn te vinden onder Projectparticipatie.