Marktvisie en Noordzeeakkoord helpen energietransitie
Rond het weekend heeft het kabinet twee stukken gepubliceerd die belangrijk zijn voor het nakomen van de afspraken in het Klimaatakkoord: het Noordzeeakkoord en de visie op marktontwikkeling.
Noordzeeakkoord
In een gezamenlijk Akkoord voor de Noordzee hebben partijen voor de komende tien jaar afspraken gemaakt over duurzaam gebruik van de Noordzee. Zo’n akkoord was ook een voorwaarde voor enkele afspraken in het Klimaatakkoord over de energietransitie op zee.
Het Noordzeeakkoord gaat over drie ‘transities’ op zee:
- Natuurtransitie: met alle activiteiten moet de Noordzee ook gezond blijven. Nu neemt de verscheidenheid van planten en dieren af en wordt de bodem verstoord. De natuur kan er wel veranderen, maar het ecosysteem moet in stand blijven.
- Voedseltransitie: gaat vooral over een houdbare visserij, en ook over ideeën voor bijvoorbeeld algen- en wierenteelt.
- Energietransitie: de toename van windparken op zee en ook de gaswinning uit kleine gasvelden zullen veel beslag leggen op ruimte op de Noordzee.
Het Noordzeeakkoord is gesloten tussen het rijk, de energiesector (gas, olie en wind), de natuur- en milieuorganisaties, de zeehavensectoren en een groot gedeelte van de visserijsector. Er zal een permanent Noordzeeoverleg in stand blijven. Het kabinet stelt voor de uitvoering van het Noordzeeakkoord tot en met 2030 200 miljoen euro tot beschikbaar. Dat geld is onder andere bedoeld voor verduurzaming van de visserij, natuurherstel en monitoring en onderzoek.
Marktontwikkeling
Ook publiceerde het kabinet zijn visie in zijn rol als ‘marktmeester’ op de ontwikkeling op verschillende markten, zoals voor elektriciteit, gassen (aardgas, waterstof, CO2, groen gas) en warmte. De visie is een afspraak uit het Klimaatakkoord.
De overheid wil die markten zo organiseren dat er voldoende ruimte ontstaat voor efficiënte ontwikkeling van nieuwe infrastructuur en productie van duurzame elektriciteit en warmte en de nieuw gassen, op weg naar een CO2-vrije energievoorziening.
Waar dat nodig is, zal de overheid sturen op het organiseren van de markt, de financiering en het beheren van de energievoorziening als geheel en de verschillende energiesystemen apart. Het kabinet wil dat bestaande en nieuwe markten zich naast elkaar kunnen ontwikkelen, en wil tegelijk de ontwikkelingen aan elkaar koppelen (systeemintegratie).
Om dat te doen, maakt het kabinet gebruik van zes agendapunten:
- Uitbreiding van het elektriciteitssysteem voor alle sectoren (gebouwde omgeving, industrie, mobiliteit en landbouw).
- Afbouw en ombouw van het gassysteem van aardgas naar groen gas en CO2-vrije waterstof.
- CO2-vrije warmte voor de gebouwde omgeving, industrie en glastuinbouw, deels via warmtenetten.
- Ontwikkeling van vloeibare biobrandstoffen en synthetische motorbrandstoffen voor mobiliteit (incl. scheep- en luchtvaart).
- Ontwikkeling van afvang, opslag en gebruik van CO2.
- Integratie van de verschillende energiesystemen (systeemintegratie) en besparing.