Kabinet schetst visie op ontwikkeling van gas
Gas blijft ook in 2050 onverminderd belangrijk voor de Nederlandse energievoorziening. Daarmee blijft waarschijnlijk ook een groot deel van het gasnet bruikbaar. Maar in plaats van aardgas zal daar steeds meer groen gas en waterstof doorheen stromen. Aldus het kabinet in drie brieven.
In 2050 zal een groot deel van de energievoorziening (30 tot 50%) nog steeds draaien op gas. Gasvormige brandstof is bijna niet te missen in de industrie (voor hoogwaardige warmte), in transport (als LNG-brandstof), in woningen (waar warmtenetten onmogelijk zijn) of in de elektriciteitsvoorziening (voor het voldoen aan de pieken in de vraag). Maar dat gas moet in 2050 wel vrij zijn van uitstoot van broeikasgassen.
Afspraken
In het Klimaatakkoord staan veel afspraken over de ontwikkeling van groen gas (gas uit biomassa, op aardgaskwaliteit gebracht) en van groene waterstof (waterstof gemaakt uit duurzame elektriciteit en water). In drie documenten zet minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat de kabinetsvisie uiteen en komt hij daarmee enkele afspraken na. In de brieven schetst Wiebes hoe het kabinet de geleidelijke vervanging van aardgas door CO2-vrij gas wil realiseren. Dat zal voor een groot deel gaan via de bestaande infrastructuur van aardgasleidingen, die ook voor CO2-vrij gas geschikt zouden zijn.
Eén brief gaat over de rol van gasvormige energiedragers in het energiesysteem, inclusief aardgas. De andere twee brieven gaan over respectievelijk de gewenste Routekaart voor groen gas en de kabinetsvisie op de ontwikkeling van waterstof.
Aardgas
De rol van aardgas zal de komende dertig jaar kleiner worden, en kan ook in een CO2-vrij energiesysteem in 2050 nog een rol spelen als de CO2 wordt afgevangen. Zowel in transport (LNG) als in gebouwen en in de industrie is er voorlopig nog zo veel gas nodig dat het kabinet het wegvallen van het Groningen-veld als bron wil compenseren met aardgas uit kleine velden in eigen land en op zee. De overheid overweegt extra investeringsaftrek voor exploitanten, zodat zij gas uit kleine velden kunnen blijven winnen.
Groen gas
In tien jaar moet de productie van groen gas, via bijvoorbeeld vergassing van biomassa of vergisting, ongeveer verzesvoudigen, naar zo’n 70 petajoule (PJ). Wiebes wil met nieuw beleid inzetten op een snellere groei, omdat de huidige subsidie-instrumenten niet toereikend zijn. Hij overweegt een apart subsidie-instrument om het gat op te vullen dat nu ontstaat tussen de subsidies voor onderzoeksprojecten en -pilots (DEI) en die voor bijna-commerciële projecten (SDE++). Productie van groen gas is namelijk in veel gevallen nog niet lucratief genoeg. Een verplichte bijmenging van groen gas—zoals dat nu in transportbrandstoffen al gebeurt—is een mogelijkheid om de productie te stimuleren. Daarnaast zet het kabinet zich ook in om de vraag in diverse sectoren te sturen.
Groene waterstof
Het kabinet beschouwt de periode tot en met 2021 als voorbereiding op het Nationaal Programma Waterstof, dat in het Klimaatakkoord is afgesproken. In (groene) waterstof zien namelijk veel Klimaatakkoord-partners, waaronder het rijk, een belangrijke systeembrandstof voor de toekomstige energievoorziening. Je kunt er duurzame elektriciteit in opslaan, je kunt er CO2-vrije brandstoffen mee maken, of direct gebruiken zonder uitstoot van broeikasgassen. Maar dan moet het eerst wel gemaakt worden.
De eerstkomende tien jaar zal die productie vooral ten dienste staan van gebruik in de industrie. Maar ook gebouwde omgeving, mobiliteit en elektriciteitsvoorziening zullen aansluiten. Het kabinet schrijft in zijn brief dat Nederland een goede uitgangspositie heeft, bijvoorbeeld door de goede havens (voor import van elders) en de verfijnde infrastructruur en de gasnetten (voor verder vervoer over land).
Ook in het geval van waterstof moet er een enorme opschaling plaatsvinden, vooral in de productie van waterstof met duurzame elektriciteit en water via grote elektrolyse-fabrieken. Er lopen al behoorlijk veel onderzoekstrajecten en -projecten. Maar net als bij groen gas ziet het kabinet ook bij groene waterstof een gat tussen onderzoekspilots en bijna-commerciële toepassing. Door geld te herschikken, wil het kabinet ook hier een speciale nieuwe subsidiefaciliteit inrichten. Verder denkt het kabinet ook hier aan een bijmengverplichting en hecht het veel prioriteit aan onder andere wet- en regelgeving voor waterstof, internationale samenwerking, het inzetten van netbeheerders, kostenreductie van groene waterstof en stimulering van een goed georganiseerde vraag naar waterstof.